Verweren tegen vordering gijzeling ivm boetes CJIB
Wanneer u een oproeping hebt ontvangen voor een zitting bij de kantonrechter in verband met een vordering van de officier van justitie tot gijzeling in verband met openstaande CJIB-boetes, is het belangrijk dat u naar de zitting gaat en daar verweer voert tegen de gijzeling. Helaas kunt u zich tijdens de zitting bij de kantonrechter niet meer laten bijstaan door een pro deo advocaat. Alleen wanneer u daadwerkelijk bent gegijzeld of wanneer u bericht hebt ontvangen dat u gegijzeld gaat worden, komt u in aanmerking voor pro deo rechtsbijstand van een advocaat.
Gijzeling is een uiterst dwangmiddel
Gijzeling heeft te gelden als uiterste dwangmiddel. In de rechtspraak wordt dit ook vaak ultimum remedium genoemd. In de praktijk betekent dit dat gijzeling alleen is toegestaan wanneer alle andere dwangmiddelen, zoals buitengebruikstelling van een voertuig en inname van het rijbewijs, niet tot betaling hebben geleid. Vaak zal het CJIB ook eerst de openstaande boetes proberen te incasseren via een deurwaarder, die zo nodig beslag kan leggen op uw bezittingen.
Gijzeling mag dus alleen worden toegepast indien alle andere dwangmiddelen en/of beslagen niet tot betaling hebben geleid. Daarnaast mag gijzeling enkel worden toegepast indien het feit waarvoor een boete is opgelegd ernstig genoeg is.
Boete is onherroepelijk
Gijzeling kan alleen worden toegepast indien de boete, waarvoor de gijzeling wordt gevorderd, onherroepelijk is.
De keerzijde hiervan is echter dat u tijdens de zitting bij de kantonrechter niets meer kunt aanvoeren over de gerechtvaardigdheid van de boete. U kunt dus niet als verweer voeren dat u het niet eens bent met de boete. De verschuldigdheid van de boete (inclusief verhogingen) staat in beginsel vast. Slechts een enkele keer kan met succes worden aangetoond dat het CJIB een fout heeft gemaakt of dat u wel tijdig in beroep bent gekomen tegen de oplegging van de boete.
Verweren tegen gijzeling
Het belangrijkste verweer dat u tegen de vordering tot gijzeling kunt voeren, is dat u echt niet in staat bent om de boete te betalen. U voert dan aan dat er sprake is van een situatie van betalingsonmacht, en geen betalingsonwil.
U kunt bijvoorbeeld aanvoeren dat u in zodanige betalingsproblemen verkeert, dat u gewoonweg niet in staat bent om te betalen. Dit moet echter altijd goed gemotiveerd en onderbouwd te worden met bewijsstukken waaruit de schuldenlast en betalingsproblematiek in voldoende mate blijkt. Juist vanwege deze motivering en onderbouwing is het vaak verstandig om u te laten bijstaan door een gespecialiseerde advocaat die weet welke verweren hij moet voeren om te voorkomen dat u gegijzeld wordt.
In sommige gevallen kan een uitstel van betaling worden verkregen voor een bepaalde periode om de openstaande boetes alsnog te betalen.