Marginale toetsing vordering opheffen gijzeling
Een vordering in kort geding tot opheffing van gijzeling wordt door de rechter slechts marginaal getoetst. In beginsel gaat de rechter uit van de juistheid van de afgegeven machtiging tot gijzeling. Alleen bij bijzondere omstandigheden, zoals een situatie van betalingsonmacht waarbij de gijzeling geen enkel redelijk doel meer dient, kan er reden zijn om de gijzeling op te heffen. Dit volgt uit een uitspraak van het gerechtshof Den Haag, van 21 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2048:
“Voor de toepassing van het dwangmiddel gijzeling is een machtiging van de kantonrechter vereist. De betrokkene moet op een hiertoe strekkende vordering worden gehoord en daartoe behoorlijk worden opgeroepen. Tegen de beschikking van de kantonrechter waarbij een machtiging tot gijzeling wordt verleend, staat geen rechtsmiddel open. Op grond van het gesloten stelsel van rechtsmiddelen moet in dit geding daarom in beginsel van de rechtmatigheid van de machtigingen worden uitgegaan (zie o.a. HR 4 maart 1975, NJ 1975, 241: een rechterlijke beslissing kan in het algemeen alleen door vernietiging door een hogere rechter haar kracht verliezen en een beslissing waartegen door de wet geen hogere voorziening is toegelaten mag daarom in het algemeen niet op grond van daaraan mogelijk klevende gebreken van formele of materiele aard als van onwaarde worden beschouwd). Van dit uitgangspunt kan slechts in bijzondere gevallen worden afgeweken, bijvoorbeeld in geval een latere uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens noopt tot de conclusie dat de rechterlijke beslissing in strijd met fundamentele rechtsbeginselen tot stand is gekomen.
5.3.
In het verlengde van het voorgaande geldt dat in dit geding in beginsel ook van de rechtmatigheid van de tenuitvoerlegging van de verleende machtigingen moet worden uitgegaan en dat terughoudendheid is geboden bij beoordeling van een vordering die strekt tot het staken van de tenuitvoerlegging. Niettemin kan onder bijzondere, door de gegijzelde dan wel te gijzelen persoon te stellen en aannemelijk te maken, omstandigheden geoordeeld worden dat de tenuitvoerlegging onrechtmatig is, bijvoorbeeld als sprake is van betalingsonmacht en de gijzeling daardoor geen enkel redelijk doel (meer) dient.”