Toevoeging pro deo advocaat zitting kantonrechter bij gijzeling
De Raad voor Rechtsbijstand hanteert het beleid dat een rechtzoekende geen recht heeft op toevoeging van een pro deo advocaat voor de rechtsbijstand bij de zitting van de kantonrechter. Volgens de Raad kan de rechtzoekende het makkelijk zelf alleen af, zonder de bijstand van advocaat. Toch lukt het in uitzonderlijke gevallen toch nog om u te laten bijstaan door een pro deo advocaat bij een zitting van de kantonrechter wegens een vordering tot gijzeling.
Het gaat om de volgende uitzonderlijke situaties;
- Veelheid van zaken, en de rechtsbijstand nodig is om het op de rails zetten van het leven van de rechtzoekende
- Bijzondere persoonlijke omstandigheden, zoals een uitzichtloze situatie of ernstige geestelijke of maatschappelijke problemen
Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, van 26 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2713:
“3.1. De raad voert het beleid dat voor het verweer tegen de vordering tot gijzeling geen toevoeging wordt verstrekt. Dit beleid is ingegeven door de wens het systeem van rechtsbijstandsverlening financieel beheersbaar te houden. In dat verband heeft de raad ter zitting uiteengezet dat er ten tijde van de totstandkoming van het beleid bij het Centraal Justitieel Incasso Bureau ongeveer 65.000 zaken in behandeling waren waarin het voornemen bestond een vordering om een machtiging tot gijzeling in te stellen en in potentie in al deze zaken om een toevoeging zou kunnen worden gevraagd. In de toelichting op het beleid, zoals door de raad ter zitting nader toegelicht, is vermeld dat het ter zitting bij de kantonrechter in de kern gaat om de vraag of degene aan wie een administratieve sanctie is opgelegd onwillig, dan wel niet bij machte is om de sanctie te voldoen. De Afdeling volgt de raad in zijn standpunt dat betrokkene in het algemeen in staat moet worden geacht zelf zijn financiële situatie toe te lichten, zo nodig met bijstand van een andere persoon of instelling, zoals een bewindvoerder of een medewerker van het Juridisch Loket. Dat, naar [wederpartij] stelt, bij de kantonrechter niet alleen de financiële situatie van betrokkene aan de orde kan komen, maar ook de meer juridische vraag of is voldaan aan de voorwaarden voor het toewijzen van een vordering tot een machtiging voor het toepassen van gijzeling, maakt dit naar het oordeel van de Afdeling niet anders, omdat de kantonrechter deze voorwaarden ambtshalve moet onderzoeken. Het vorenstaande laat evenwel onverlet dat zich gevallen kunnen voordoen waarin als gevolg van bijzondere persoonlijke omstandigheden, zoals een uitzichtloze situatie of ernstige geestelijke of maatschappelijke problemen, van degene aan wie een administratieve sanctie is opgelegd in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hij, zo nodig met bijstand van een derde, zijn situatie bij de kantonrechter toelicht. In een dergelijk geval dient de raad te onderzoeken of zich de in het beleid genoemde situatie voordoet waarin er een veelheid van zaken is en het gaat om het op de rails zetten van het leven van rechtzoekende. Volgens het beleid is dat een reden om een toevoeging te verstrekken. Doet de in het beleid bedoelde situatie zich niet voor, dan geldt dat, nu het gaat om een beleidsregel, de raad op grond van artikel 4:84 van de Awb dient te onderzoeken of zich bijzondere – bij het opstellen van het beleid niet verdisconteerde – omstandigheden voordoen die ertoe nopen dat wordt afgeweken van het beleid. Gelet op het vorenstaande is de Afdeling anders dan de rechtbank van oordeel dat de raad, gelet op de mogelijkheid die het beleid biedt om in bepaalde gevallen toch een toevoeging te verstrekken alsmede de mogelijkheid die artikel 4:84 van de Awb de raad biedt om in bijzondere gevallen in afwijking van het beleid te handelen, in redelijkheid tot het vaststellen van dit beleid heeft kunnen komen..”
< Terug naar Zitting kantonrechter