Teruggave rijbewijs vanwege schuldsaneringsregeling
Wanneer een schuldsaneringstraject is aangevraagd of al loopt, bestaat voor de betrokkene de mogelijkheid om via een kort geding teruggave van het rijbewijs te bewerkstelligen. Dit is niet altijd succesvol, zoals we zien in het vorige artikel “Voorlopige voorziening tot teruggave rijbewijs afgewezen“, maar soms is daar toch een lichtpuntje. Onder bijzondere omstandigheden is de rechter bereid tot teruggave van het rijbewijs. Zo besloot de rechtbank Alkmaar in de uitspraak van 31 maart 2011, ECLI:NL:RBALK:2011:BR4536 tot teruggave van het rijbewijs gelet op op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en het daarmee te bereiken doel, alsmede gelet op het voldoende aannemelijk geworden belang van de betrokkene bij het behoud van zijn rijbewijs.
De rechtbank overwoog het volgende:
“In twee brieven van 12 maart 2011 (CJIB-nummers 8062 5421 3807 3167 respectievelijk 1062 5421 3855 0022) heeft de officier van justitie te Leeuwarden verzoeker meegedeeld dat hij heeft besloten het rijbewijs van verzoeker in te nemen, omdat verzoeker de beschikking en aanmaningen die hij heeft ontvangen voor het overtreden van een verkeersvoorschrift niet heeft voldaan. De besluiten zien op verkeersovertredingen, begaan op 31 oktober 2009 respectievelijk 5 februari 2010. In beide gevallen was een sanctie opgelegd van (oorspronkelijk) [euro] 90,00. Het innemen van het rijbewijs betekent dat verzoeker zijn rijbewijs met ingang van 4 april 2011 moet inleveren voor een periode van vier weken. Vanaf deze datum mag verzoeker geen motorrijtuig besturen.
De bevoegdheid van de officier van justitie tot het innemen van het rijbewijs is geregeld in artikel 28a van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Het betreft hier één van de dwangmiddelen van de WAHV (naast de gijzeling en de buitengebruikstelling van het voertuig).
Nu de WAHV niet voorziet in enig rechtsmiddel tegen het besluit tot inneming van het rijbewijs en er ook geen andere, met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstaat of open heeft gestaan waarbij de uitoefening van de bevoegdheid tot inname van het rijbewijs kan worden getoetst, is verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek ex artikel 287 lid 4 Fw (vgl. HR 10 maart 2006, LJN AU8172).
Verzoeker heeft aangegeven dat hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en dat hij zijn baan dreigt te verliezen als hij zijn rijbewijs moet inleveren. De werkgever van verzoeker heeft schriftelijk bevestigd dat het voor de uitoefening van verzoekers werkzaamheden noodzakelijk is dat verzoeker beschikt over eigen vervoer. Verzoeker heeft verder aangegeven dat hij de openstaande boetes niet kon betalen, omdat hij in een (minnelijk) traject zat om zijn schulden te regelen. Inmiddels heeft hij een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsanering.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is behandeld ter zitting van 31 maart 2011. De mondelinge behandeling zal worden voortgezet op 30 mei 2011.
Gelet op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en het daarmee te bereiken doel, alsmede gelet op het voldoende aannemelijk geworden belang van verzoeker bij het behoud van zijn rijbewijs, is de rechtbank van oordeel dat toewijzing van de verzochte voorlopige voorziening gerechtvaardigd, en gelet op de vereiste spoed ook aangewezen is.”
< Terug naar Meer informatie 'Inneming rijbewijs'